Buurtskap de Tuunen: In deze nieuwe wijk op Texel staat de ‘positieve gezondheid’ voorop: ‘Dit is de hemel op aarde’
Duurzaam bouwen aan een sociale gemeenschap, dat is wat een wooncorporatie en enkele zorginstellingen samen doen in Buurtskap de Tuunen op Texel. Het Louis Bolk Instituut volgt de ontwikkeling.
Trouw, 13 september 2023
In Den Burg op Texel wordt een bijzondere wijk gebouwd: Buurtskap de Tuunen. Niet de opbrengst per vierkante meter of het beschikbare aantal parkeerplaatsen staan hier centraal, maar ‘positieve gezondheid’. Bij de uitleg van zo’n term ligt vaak nog meer jargon op de loer, zoals ‘inclusiviteit’, ‘sociale cohesie’ en ‘kwaliteit van leven’, maar simpel gezegd gaat het erom dat bewoners zich er prettig voelen. In een rustige wijk, met veel ruimte en groen.
Een hemel op aarde
“Voor mij is deze wijk zonder overdrijven de hemel op aarde”, zegt Heleen Vink (67). Klimplanten en een bamboe luifel bieden wat bescherming tegen de felle zon op haar kleine terras, waar een kan water en een zelfgebakken notentaart op het bezoek wachten. “Elke ochtend, als ik wakker word en het dringt tot me door waar ik ben, dan maakt mijn hart een sprongetje. Oh ja, ik zit híer! En dat voelt al twee jaar zo.”
Buurvrouw Mieke (“Hou het maar op Mieke, er wonen meer Miekes op Texel met dezelfde achternaam”) kan het enthousiasme alleen maar beamen. Zij woont een paar maanden in de wijk, maar dit is he-le-maal haar plekje, zegt ze. “Ik woonde eerst aan de andere kant van het dorp, maar wilde rond mijn zeventigste kleiner gaan wonen. Ik was ooit betrokken bij plannen voor de bouw van een ecodorp op deze plek, maar dat kwam niet van de grond. Toen ik hoorde dat hier iets vrij kwam en ging kijken, dacht ik meteen: Wow, daar wil ik wonen.”
“We zijn allebei dol op groen, dus ik ben superblij met Mieke als buurvrouw”, straalt Vink. “We hebben hier een grote gemeenschappelijke tuin en ook rondom onze woningen is er alle ruimte. We kunnen hier helemaal los.”
De cliënten van de zorgboerderij wonen in de wijk, zo zelfstandig mogelijk
De zoon van Vink, Cees Domhof, woont ‘twee schelpenpaadjes verderop’, in een van de zes geschakelde woningen voor cliënten van zorgboerderij Novalishoeve in Den Hoorn. “Cees is een prachtig voorbeeld van de ontwikkeling die mensen hier in de wijk kunnen doormaken”, had zorgcoördinator Suzanne Schagen even eerder verteld in het Erfhuis. “Hij was heel gesloten toen hij hier kwam wonen, keek de kat uit de boom. Maar nu heeft hij helemaal zijn draai gevonden.”
Cees gaat goed om met zijn buren, werkt als postbesteller en helpt anderen vaak. “Vanavond kookt hij hier voor de andere cliënten”, vertelt Schagen. Ze zit aan een lange eettafel in een woonkeuken met houten vloer, waar de schuiframen uitzicht bieden op het ‘erf’: een groot grasveld met een schuur en een trampoline voor de kinderen uit de huurwoningen aan de overkant.
Links strekt zich de wooneenheid van Tante Jans uit, voor mensen met dementie; rechts de huizen voor begeleid wonen. De knus ogende puntgevels van dit rijtje zijn ‘loos’: de huisjes bestaan uit één verdieping van zo’n 50 vierkante meter, met achter de gevel zonnepanelen tegen een houten frame.
Ook verderop in de wijk woont een aantal voormalige bewoners van zorgboerderij Novalishoeve. “In deze wijk kunnen onze cliënten zo zelfstandig mogelijk wonen”, zegt Schagen. “Ze kunnen hier in het Erfhuis terecht voor een praatje, onze wekelijkse spelletjesavond, of een gemeenschappelijke maaltijd, maar dat hóeft niet.”
Een balans tussen vragers en dragers
Op een zorgboerderij wordt je wereld erg klein, weet de zorgcoördinator. “Hier voelen ze zich meer onderdeel van de maatschappij. Veel andere huurders in de wijk kennen hen en kunnen een extra oogje in het zeil houden.” In een meer gesloten wijk worden bewoners met een verstandelijke beperking of psychiatrische problematiek volgens Schagen vaak gemeden. “Niet uit onwil, maar omdat mensen ze niet kennen en niet weten hoe ze met hen om moeten gaan. Hier maken buurtbewoners een praatje met ze.”
Cliënt Mischa Wolterbeek (grijze trui) drinkt een kop koffie bij buurman en cliënt Cees Domhof van zorgboerderij Novalishoeve.Beeld Jean-Pierre Jans
Die ‘inclusiviteit’ was precies de bedoeling van Buurtskap de Tuunen, zegt Christine Groen van de Texelse wooncorporatie Stichting Woontij. “Wij zoeken hier naar ‘balans tussen vragers en dragers’, zoals we dat zo mooi noemen. Hoewel niemand weet waar die balans dan precies ligt.”
In 2015 schreef Woontij een prijsvraag uit voor lokale zorginstellingen: hoe kunnen we twintig van de honderd sociale huurwoningen in De Tuunen invullen? De keuze viel op de samenwerking tussen de Novalishoeve en Tante Jans. In 2019 werden de eerste woningen opgeleverd. Energieneutraal en modulair gebouwd.
Nieuw en eng
Dat de wijk, zowel qua materiaalgebruik als bouwmethode, bovengemiddeld duurzaam is, is mooi meegenomen, maar niet de eerste focus. Die ligt op de eerder genoemde positieve gezondheid. Uitgangpunt daarbij is dat gezondheid méér is dan de afwezigheid van ziekte, maar eerder een samenspel van lekker in je vel zitten en onderdeel uitmaken van de samenleving.
Voor Denise van Soest (34) en Mischa Wolterbeek (35) heeft de verhuizing van de Novalishoeve naar de meer zelfstandige woonvorm op De Tuunen in elk geval een wereld van verschil gemaakt. Van Soest vertelt haar verhaal in het Erfhuis, Wolterbeek ontvangt vol trots in zijn eigen woonkamer. Beiden kijken af en toe naar zorgcoördinator Suzanne Schagen terwijl ze hun verhaal vertellen.
“Alles wat nieuw is, vind ik eng”, begint Van Soest. “Maar ja, je moet vooruit. Eerst kon ik hier mijn draai niet vinden. Ik heb het echt wel zwaar gehad. Maar ik heb het de tijd gegeven. Er is hier goede begeleiding, met veel gezeur aan mijn kop, hahaha. Maar nu gaat het goed. Toch?” Schagen knikt bevestigend. “Je hebt veel nieuwe mensen leren kennen, nieuwe vrienden gemaakt. Je bent echt heel goed geland in de wijk.” Misschien, denkt Van Soest, kan ze over een tijdje wel verderop in de wijk gaan wonen, nóg zelfstandiger. “Of denk jij dat ik dat niet aankan?”, vraagt ze. Schagen denkt dat ze daar over een tijdje vast wel klaar voor is.
Ook Wolterbeek bevalt het wonen op De Tuunen ‘zeer goed’. Een paar jaar geleden worstelde hij nog met verslavingsproblematiek en kwam niet verder dan op de bank hangen. Nu heeft hij drie ‘banen’, telt hij op zijn vingers in de lederen fauteuil die hij ‘van mensen kreeg’ voor zijn nieuwe huis. “Ik werk drie dagen per week in de bakkerij op de Novalishoeve. Daar vind ik het vooral leuk om in de afwas te staan. Ik verkoop zeep en kaarsen op De Bonte Belevenis (een op toeristen gericht landgoed op Texel, red.) en ik help hier bij Tante Jans. Daar breng ik koffie rond, doe ik spelletjes met mensen en loop ik soms arm in arm met een oude mevrouw door de wijk.”
Het gaat goed met Wolterbeek, behalve dat hij soms ‘nog wel trekmomenten heeft’ en moeite heeft met opstaan. Ze houden hem flink onder de duim, vindt hij, maar het werkt wel: Wolterbeek is al jaren ‘clean’. “Ik moet vrijheid ervaren, anders word ik moeilijk. Dat gaat goed hier.”
Meetbaar resultaat
Het Louis Bolk Instituut, dat zich richt op vraagstukken rondom duurzame landbouw, voeding en gezondheid, volgde de ontwikkeling van De Tuunen de afgelopen vier jaar op de voet. “De gemeente, Woontij en Novalis wilden graag weten wat het investeren in een ander type wijk nu feitelijk oplevert”, vertelt onderzoeker Sjef Staps.
Voorafgaand aan de bouw organiseerde het instituut workshops voor kandidaat-bewoners, om erachter te komen wat zij belangrijk vinden in een woonomgeving; in de periode na oplevering kregen de bewoners vragenlijsten voorgelegd en werden zij in interviews bevraagd over hun ervaringen. De resultaten zijn eenduidig, volgens Staps. “Bewoners ervaren een positieve verandering in hun mentale gezondheid sinds ze in Buurtskap de Tuunen wonen. Ze waarderen de rust en de ruimte, het contact met buren en de invloed die ze hebben op hun woonomgeving, door gezamenlijk de ‘erven’ tussen de woningen te onderhouden.”
Natuurlijk is niet iedere huurder even betrokken, relativeert Christine Groen het rooskleurige beeld enigszins. “Sommige mensen komen hier wonen omdat ze nou eenmaal een woning zochten en bovenaan de lijst stonden. Maar je ziet die betrokkenheid wel groeien, in de meeste gevallen. Als ze anderen gezamenlijk bezig zien met het planten van groen op de gedeelde erven, sluiten ze uiteindelijk vaak alsnog aan. Of ze verhuizen toch naar een andere wijk, als deze opzet niet bij ze past.”
De zorgkosten gingen omlaag met een kleine 50.000 euro per jaar
De bewoners leren elkaar door hun gedeelde verantwoordelijkheid voor het groen in de wijk sneller kennen, merkt de wooncorporatie. “Ze spreken elkaar er daardoor eerder op aan als iemand overlast veroorzaakt. In andere wijken lopen klachten vaak via de corporatie of de wijkagent; hier komen bewoners er samen uit. Dat is voor alle partijen wennen, maar uiteindelijk heel plezierig.”
En waar de invloed van de woonomgeving op iets als positieve gezondheid zich moeilijk laat vertalen naar harde cijfers, lukt dat wel met de meetbare resultaten van de zorginstellingen in de wijk. De minder intensieve begeleiding die de cliënten van de Novalishoeve nu nog nodig hebben, levert een besparing van zorgkosten op van een kleine 50.000 euro per jaar en het medicijngebruik van cliënten van Tante Jans is gedaald.
De kostenbesparing voor de wooncorporatie door gemeenschappelijk groenonderhoud kan uiteindelijk uitkomen op ongeveer 15.000 euro per jaar: een bedrag dat volgens Groen uiteindelijk van de servicekosten af zal gaan. “We zijn nog niet helemaal waar we zijn willen”, zegt zij. “Door de coronaperiode is de sociale samenhang in de wijk nog niet zoals we voorzien hadden, maar we zien het groeien.”
“Het feit dat het nu al zo goed gaat óndanks corona is al opmerkelijk”, vindt onderzoeker Staps. “Dat betekent dat het effect van de woonomgeving echt aanzienlijk is. Over een jaar of drie komen we nog een keer kijken hoe het hier gaat.”
Serie duurzaam bouwen
Honderdduizenden woningen per jaar bouwen en ook de doelen voor klimaat en zuinig gebruik van grondstoffen halen, gaan niet goed samen. Dat zochten de bureaus Copper8 en Metabolic eerder dit jaar uit. Andere materialen, minder gebruik van energie, hergebruik, kleiner en slimmer: hoe kan Nederland duurzamer en met meer oog voor de natuur bouwen?